Deze wijn uit Eger is een blend, een cuvée van drie tot dertien druivenrassen.
De Bikavér was tijdens het socialisme een echte knoeiwijn. Kwaliteit was onbelangrijk, het spul werd toch wel verkocht. Tegenwoordig doen de wijnboeren uit Eger hun uiterste best om het slechte imago van deze wijn te herstellen, Gelukkig mét succes. In 1997 is er zelfs een ‘Bikavér-
De mooiste Egri Bikavérs worden gemaakt door: Ostoros, Bolyki, Juhász en Thummerer.
Allereerst moet er een misvatting de wereld uit geholpen worden. Bikavér komt oorspronkelijk niet alleen uit Eger, maar ook uit Szekszárd. Tijdens het communisme werd evenwel van hogerhand bepaald dat Eger het alleenrecht had op de naam ‘stierenbloed’. Tel daarbij op dat er wat legendes rondom de wijn de wereld ingestrooid werden, en de wijn liefhebber wist al snel niet beter. Onderstaand verhaal doet het altijd aardig.
Roodbebaarde demonen:
In de 15e en 16e eeuw werd Hongarije overheerst door de Turken. In september 1552 begonnen 70.000 Turken de burcht van Eger te belegeren. Het piepkleine leger van Eger hield vijf weken lang stand tegen de enorme overmacht, maar uiteindelijk leek de strijd voor de Hongaren verloren. De kapitein van de burcht, István Dobó, legde het hoofd in de schoot. Er was niets meer aan te doen. De laatste dag van de strijd brak aan. ‘Als we ten onder moeten gaan, dan doen we dat pas nadat we onze wijnvaten leeggedronken hebben!’ moet hij in zijn wanhoop geroepen hebben. Dat hoefde je de uitgeputte soldaten geen tweede keer te zeggen. Ze moeten de vaten gulzig, en met veel morsen, leeg geklokt hebben, want de Turken schrokken zich een hoedje van de rood bebaarde demonen uit Eger. Die dronken waren, hun kracht niet meer kenden en de Turken in de pan hakten. Onder de aanvallers deed al snel het verhaal de ronde dat die woeste Hongaarse soldaten het bloed van hun geslachte stieren dronken.
Ook Szekszárd heeft dus zijn eigen Bikavér, en inderdaad zijn eigen ‘Bikavér-